Weblog
15/11/2012

Twee kaartjes/De oppervlakte van Brussel aan boeken

Twee kaartjes
Het was zondag middag. De zon stond al laag en gaf een warme okerkleur aan de boeken en de omgeving. Mensen schuifelde langs de randen van de installatie. Alles was stil. We versmolten. Een man van rond de zestig kwam naar me toe. Hij stelde zich voor. Ik ben wetenschapper. Natuurkundige, en heb naam gemaakt in mijn vakgebied. Mag ik het rechtuit zeggen mevrouw?! Dit werk geeft me ongelooflijk op mijn donder. Nu ik hier sta herinner ik mij de aanval op Gaza. Ook de getallen. Ik vraag me af wat voor een mens ik eigenlijk ben dat ik in mijn laboratorium werk voor de mensheid en er niet uitkom als zoiets gebeurd. Mevrouw ik ga terug naar huis. Ik moet mezelf herijken. De twee kaartjes die hij voor de tentoonstellingen van Permeke en Marlène Dumas in zijn handen had drukt hij in de mijne.

De oppervlakte van Brussel aan boeken
Het is middag het regent op het glazen dak van de Horta zaal. Een struise, blonde vrouw van rond de veertig met blosjes op de wangen houdt haar tred in. Ik zie iets bij haar gebeuren. Eerst loopt ze me voorbij dan draait ze zich om en gaat zo vlak voor me staan dat we elkaar raken. Ze kijkt naar de boeken ze kijkt naar mij. Weer naar de boeken weer naar mij. Langzaam lopen haar ogen vol water. Helder blauwe ogen die kijken, en kijken, en blijven kijken zonder een woord te zeggen. Ze pakt mijn handen en kijkt tot diep achter mijn ogen. Langzaam zegt ze terwijl ze ieder woord schijnt te proeven: "Ik werk in Congo. Ik spreek over drie miljoen doden. De oppervlakte van Brussel aan boeken".